Geloof, Hoop en Liefde

Geloof, Hoop en Liefde zijn de 3 christelijke deugden die geschreven staan in de bijbel, hoofdstuk 13 van de eerste brief van de apostel Paulus aan de gemeente van Korinthe, die hij schreef in het jaar rond 55 na Christus. Aan het einde van die lofzang over de liefde wordt de alom bekende triade Geloof, Hoop, Liefde genoemd. Dat zijn essentiële waarden die veelal worden gesymboliseerd door respectievelijk een kruis, een anker en een hart. Letterlijk staat er: 

Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden.

En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.

En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.

De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet, zij doet niet gewichtig, zij handelt niet ongepast, zij zoekt niet haar eigen belang, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad, zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid, zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden. Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden.

Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke tenietgedaan. Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.

En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

Geloof Hoop en Liefde is een drie eenheid die je niet los van elkaar kunt zien. Deze combinatie geeft je de moed en de kracht om ten volste te leven. Ze verwijzen alle drie naar een innerlijke kracht, die in ons allen schuilt.

Geloof is de zekerheid van wat men hoopt, en het bewijs van wat men niet ziet. Hoop is de gedurige verwachting dat een onzekere uitkomst gunstig zal blijken. Hoop doet leven. Hoop helpt ons om erop te (blijven) vertrouwen. Maar de liefde, die is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.

In Liefde groeit alles!